-
1 een eed doen/afleggen/zweren
een eed doen/afleggen/zwerenswear an oath, swearVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een eed doen/afleggen/zweren
-
2 ulcerate
v. zweren, verzweren; doen zweren[ ulsəreet] 〈zelfstandig naamwoord: ulceration〉 -
3 ulcérer
ulcérer [uulseeree]2 diep grieven ⇒ verbitteren, kwetsen -
4 ulcerative
adj. zweer-, van zweren, (doen) zweren -
5 einschwören
einschwören -
6 swear
v. zweren; vloeken; rechtsgeldig verklaren; zweren; uitscheldenswear1♦voorbeelden:————————swear21 〈+at, about〉vloeken (op, over)1 zweren ⇒ een eed afleggen; met kracht beweren, wedden♦voorbeelden:swear to do something • plechtig beloven iets te zullen doenswear by (all that is holy) • zweren bij (alles wat heilig is)〈informeel; figuurlijk〉 swear by someone/something • bij iemand/iets zweren, volkomen op iemand/iets vertrouwenswear on the Bible that • op de bijbel zweren datswear to something • zweren dat iets het geval is, een eed doen op ietsswear to God that • zweren bij God dat♦voorbeelden:sworn evidence • verklaring/getuigenis onder edeswear in • beëdigenswear to secrecy/silence • een eed van geheimhouding afnemen van -
7 jurer
jurer [zĵuuree]2 vloeken♦voorbeelden:on ne jure plus que par lui • men zweert alleen nog maar bij hem2 jurer après, contre qn., qc. • iemand uitvloeken, iets vervloekenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zweren ⇒ bezweren, met klem verzekeren♦voorbeelden:〈 informeel〉 ah, je vous jure! • dat is me toch wat!→ dieuv1) zweren2) vloeken -
8 eed
♦voorbeelden:een eed van trouw aan de koning • an oath of allegiance to the kingeen plechtige eed • a solemn oath/vowiemand een eed afnemen • administer an oath to someone; 〈 van getuige ook〉 swear (a witness); 〈 van ambtenaar〉 swear in (a public servant)een eed doen/afleggen/zweren • swear an oath, sweareen eed herroepen/intrekken • unsweariemand onder ede horen • examine someone on oathiemand de eed opleggen/laten afleggen • make someone take an oathde eed weigeren • refuse to take the oathonder ede staan • be under oatheen getuige onder ede • a sworn witnessik zou er een/geen eed op willen doen • I could swear/not swear to iteed op de bijbel • oath sworn on the Bible -
9 присягать
vgener. zweren, de eed afleggen, de eed doen, een eed afleggen -
10 swear to something
swear to somethingzweren dat iets het geval is, een eed doen op iets -
11 swear a witness
een getuige doen laten zweren -
12 assurer
assurer [aasuuree]3 waarborgen ⇒ veilig, zeker stellen, zorgen voor4 belast zijn met ⇒ de verantwoordelijkheid hebben voor, waarnemen♦voorbeelden:4 assurer une permanence • dag en nacht open zijn, de dienst waarnemenassurer son service • dienst doen, hebbenassurer une rente à qn. • iemand een jaargeld toekennen♦voorbeelden:s'assurer (de) qc. • zich van iets verzekeren, zich iets verschaffen1. v1) verzekeren (van, tegen)2) waarborgen, veilig/zeker stellen2. s'assurerv -
13 serment
serment [sermã]〈m.〉♦voorbeelden:faux serment • meineedfaire le serment • zweren, een eed doenfaire prêter serment à qn. • iemand beëdigen, de eed afnemenprêter serment • de eed afleggensous (la foi du) serment • onder edem -
14 faire le serment
faire le sermentzweren, een eed doen -
15 присягать
vgener. zweren, de eed afleggen, de eed doen, een eed afleggen -
16 Stein
〈m.; Stein(e)s, Steine〉2 pit, steen♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 das könnte einen Stein erbarmen, erweichen • dat zou een stenen hart kunnen vermurwen3 einen Stein schlagen • een stuk, steen slaaneinen Stein setzen • een steen, stuk verplaatsen, een zet doen¶ 〈 informeel〉 bei jemandem einen Stein im Brett haben • bij iemand een wit voetje hebben, bij iemand in de gunst staan〈 spreekwoord〉 wer im Glashaus sitzt, darf andere nicht mit Steinen bewerfen • wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen gooien -
17 schwören
schwören♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Wort — 1. A guids Woat pfint a guids Oat. (Steiermark.) – Firmenich, II, 767, 73. 2. A güt Wort bringt a güte Äntver (Antwort). (Warschau. Jüd. deutsch.) Freundliches Entgegenkommen gewinnt die Herzen. 3. Allen Worten ist nicht zu glauben. – Henisch,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Hund — 1. A guate Hund ve laft se nit1 u2 an schlecht n is kua Schad. (Unterinnthal.) – Frommann, VI, 36, 63. 1) Verläuft sich nicht. 2) Und. 2. A klenst n Hund na hengt mer di grössten Prügel ou (an). (Franken.) – Frommann, VI, 317. 3. A muar Hüünjen a … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Verbes irreguliers neerlandais — Verbes irréguliers néerlandais Infinif OVT Participe passé Traduction Bakken Bakte Gebakken Cuire Barsten Barstte Gebarsten Éclater Bederven Bedorf Bedorven Corrompre Bedriegen Bedroog … Wikipédia en Français
Verbes irréguliers néerlandais — Infinif OVT Participe passé Traduction Bakken Bakte Gebakken Cuire Barsten Barstte Gebarsten Éclater Bederven Bedorf Bedorven Corrompre Bedriegen Bedroog Bedrogen … Wikipédia en Français